Perifere aangezichtsverlamming (bron: website NKO St Augustinusziekenhuis, Wilrijk)
WAT IS EEN PERIFERE AANGEZICHTSVERLAMMING?
Aangezichtsverlamming is een uitval van de motoriek (beweeglijkheid) van de aangezichtsspieren door een verlies van functie van de facialiszenuw. Wanneer de aangezichtszenuw wordt beschadigd, zal de functie ervan geheel of gedeeltelijk uitvallen. Bij een volledige uitval spreekt men van een paralyse. Alle functies zijn dan verstoord. Bij een onvolledige verlamming (parese) kan men het aangezicht in beperkte mate bewegen. Een onvolledige verlamming kan in sommige gevallen binnen enkele dagen ontwikkelen tot een volledige verlamming. De aangezichtszenuw is vergeleken met andere zenuwen zeer kwetsbaar. Waarschijnlijk komt dit vanwege het nauwe en lange beenderig kanaal waardoor de zenuw loopt. Wanneer de zenuw beschadigd wordt, gaat de zenuw minder goed functioneren. De verminderde functie kan te wijten zijn aan een ontsteking, trauma of tumor. De aangedane zijde van het gezicht beweegt dan niet goed meer mee.
Bij gedeeltelijke of volledige uitval wordt meestal ook geadviseerd een logopedist of kinesist te raadplegen om de patiënt te begeleiden gedurende de herstelfase. Bij onvolledig herstel door beschadiging van de zenuw kunnen de innerlijke restverschijnselen zoveel mogelijk onderdrukt worden door specifieke oefentherapie (mimetherapie). Deze behandeling beoogt een betere controle te krijgen over de gestoorde gelaatsexpressie. Door oefenen wordt een bewust verband gelegd tussen lichaamstaal, emoties en gelaatsuitdrukking. De oefeningen zijn gericht op ontspanning, beheersing van de ademhaling en het leren bewegen van de mimische spier van de gezonde en de aangedane zijde samen. Uiteraard is een psychosociale begeleiding hierbij zeer belangrijk.
Verschijnselen* gestoorde spierfunctie en spiertonus (met invloed op spreken, eten, drinken, mime, mondhygiëne,...)
* synkinesen (onwillekeurige meebewegingen van een lichaamsdeel aan de aangedane zijde. vb bij glimlachen sluiten de ogen) * oogproblemen, gestoorde traansecretie * gestoorde speekselproductie * verminderde speekselproductie * pijn * verstoord slikmechanisme * gehoorproblemen * psychosociale problemen |
Oorzaken* verlamming van Bell
* Herpes Zoster Oticus (gordelroosvirus in oorschelp en omgeving) * iatrogeen, door medische ingreep * tumor (bv schedelbasisgezwel) * trauma met rotsbeenfractuur (schedelbasisfractuur) * ziekte van Lyme * middenoorontsteking * erfelijke aandoening |
PrognoseHet herstel van de aangezichtsverlamming is sterk individueel bepaald en wordt beïnvloed door een aantal factoren, zoals de oorzaak, de leeftijd van de patiënt en de ernst van de uitval. De verlamming van Bell geneest vaak zonder behandeling binnen 6 à 8 weken spontaan en volledig. De leeftijd speelt hierbij echter een belangrijke rol: tot de leeftijd van 30 jaar geneest 85-90% van de gevallen, van 30 tot 45 jaar 76%, van 45 tot 60 jaar 61% en daarboven bij slechts 37%. Een onvolledige verlamming geneest meestal vanzelf zonder problemen. Duurt de genezing langer, dan zal volledig herstel waarschijnlijk niet optreden. De mate van zenuwuitval kan bepaald worden met behulp van een elektrische zenuwtest (ENoG of elektroneuronografie). Hierbij wordt de zenuw via de huid elektrisch geprikkeld. Vooral in het begin van de verlamming is regelmatige controle op eventuele zenuwbeschadiging door de NKO-arts gewenst.
|